SPELMATERIAAL

Het middenvak van de speldoos bevat;

• 15 speltegels,
• 5 sets getalschijven (1-5; 2 x zwart, 2 x wit, 1 x grijs),
• 4 burchtkaarten
• 2 buidels,
• 200 ridders (40 per kleur),
• 1 figuur Karel de Grote,
• 4 dobbelstenen,
• 5 cilinders (1 per kleur),
• 30 Torens in de kleuren zwart, wit en grijs.

SPELBESPREKING

Inleiding

Verover net als Karel de Grote zoveel mogelijk provincies. Let wel op: ridders zijn niet altijd zo trouw als in de boekskes!

Voorbereiding

De 15 speltegels worden in een cirkel op tafel gelegd. Zij vormen nu 15 verschillende provincies.
Karel de Grote wordt op één van de speltegels geplaatst.
De 200 ridders en de 5 cilinders worden in het midden van de cirkel gelegd.
Van elke kleur worden 3 ridders willekeurig op de speltegels geplaatst.
Elke speler ontvangt 10 torens, een burchtkaart en 5 getalschijven in 1 kleur.
Elke speler ontvangt 7 ridders. Dobbelstenen bepalen de kleur ervan.
In een spel met 3 spelers ontvangt elke speler 8 torens en 9 ridders.
Een spel met 4 spelers wordt in teams gespeeld.
Tijdens het spel.

Spelverloop

Getalschijven inzetten.

Om beurt leggen de spelers 1 van hun getalschijven open op tafel. Daarbij moet, tenzij het niet anders kan, voor verschillende cijfers gekozen worden. De speler met het kleinste getal begint de actie fase. Het cijfer geeft ook aan hoeveel plaatsen Karel de Grote mag stappen.
Gespeelde getalschijven worden opzij gelegd. Neem de schijven terug op handen als je ze allemaal gespeeld hebt. (Om de 5 ronden dus.)

Actiefase.

• Ridders plaatsen: de actieve speler moet 3 (4 bij 3 spelers) ridders in het spel brengen. Een ridder kan in een provincie of naast de eigen burchttegel geplaatst worden. In het laatste geval wordt de ridder naast het betreffende kleur van de burchttegel geplaatst. De speler met de meeste ridders in één kleur ontvangt de overeenkomstige cilinder.
• Karel de Grote verplaatsen: na het plaatsen van ridders moet de actieve speler Karel de Grote verplaatsen. Het cijfer op de getalschijf geeft aan hoeveel provincies Karel maximum mag verplaatsen. De provincie waar Karel eindigt, wordt gewaardeerd.
• Ridders recruteren: dobbel met 3 (of 4 bij 3 spelers) dobbelstenen en vul de eigen reserve terug aan.

Waarderingen.

• De cilinders bij de burchten geven aan wie welke ridderkleur controleert. De speler die het meest ridders controleert in die gewaardeerde provincie mag daar een toren plaatsen.
• Staat daar reeds een toren, dan wordt die vervangen door de kleur die wint. Let wel, een toren geldt als ridder bij het waarderen van een provincie. Als de winnaar reeds een toren bezit in de provincie gebeurt er verder niks.
• Als een speler twee aangrenzende provincies bezit, mag hij deze provincies samenvoegen zodat 1 grote provincie met 2 torens ontstaat. Op deze manier kunnen grotere provincies met meerdere torens ontstaan. Opgepast, als de provincie overgenomen wordt, worden alle aanwezige torens vervangen!

De winnaar

De winnaar is de speler die als eerste zijn laatste toren op het spelbord kan plaatsen. (10 bij 2 of 4 spelers, 8 bij drie spelers).
Het spel eindigt ook als na een beurt minder dan 4 provincies overblijven. De speler die op dat moment het meeste torens heeft geplaatst, wint.

SPELBEOORDELING

Carolus Magnus is wat mij betreft één van de moeilijkst te beoordelen spellen die ik bezit. Enerzijds schuif ik met plezier aan als de doos op tafel komt, anderzijds zal ik een potje Carolus Magnus zelf weinig voorstellen. Het spelconcept fascineert me wel, maar na afloop ben ik nogal dikwijls ontgoocheld. Spelers die altijd ridders bij de eigen burchttegel leggen en nooit in de provincies, halen teveel de bovenhand. Toch ben ik ervan overtuigd dat het spelen van de juiste getalfiches en het veroveren van de juiste provincies ook tot overwinningen kan leiden.
Provincies die naast elkaar liggen veroveren, is wel een goede maar ook een gevaarlijke zet. Als je zo’n grotere provincie terug verliest, kan dat nefast aflopen. Het systeem van de getalfiches zorgt er dan weer voor dat je twee keer na elkaar aan de beurt kan komen. In zo’n dubbele beurt kan natuurlijk veel gebeuren. De tweede functie van de fiches, het verplaatsen van Karel de Grote, zorgt voor extra hersenstimulatie.
De dobbelstenen kunnen danig op de zenuwen werken, maar misschien is het wel de bedoeling dat je leert roeien met de riemen die je hebt? De strategie aanpassen aan de worp in plaats van de worp te willen aanpassen aan de strategie.
Voorlopig houd ik het bij een 6,5 maar ik blijf proberen. Ik hoop dat, als ik het spel volledig kan doorgronden, er een 8 in zit.
Ter volledigheid: in een spel met teams ligt het plaatsen van ridders voor de eigen burcht minder voor de hand. Iets wat alleen maar kan toegejuicht worden natuurlijk.