SPELMATERIAAL

Het kleine vierkante speldoosje uit de Jakkie & Bak collectie bevat 60 speelkaarten, 25 wolfiches, 6 wasknijpers, 6 biedkaarten en 3 dobbelstenen. (achtzijdig, tienzijdig en twaalfzijdig). Het spelmateriaal ziet er, zoals je dit van deze collectie mag verwachten, goed uit.

SPELBESPREKING

Inleiding

Het thema van het spel is flinterdun en heeft niks met het spel zelf te maken, namelijk zoveel mogelijk punten verzamelen aan de hand van schapenkaarten. Heeft niet echt iets te maken met opperschapenscheerders en bange schapen denk ik zo.

Voorbereiding

Elke speler krijgt een biedkaart, een wasknijper en 2 wolfiches. De speelkaarten worden geschud.

Spelverloop

Bieden.

Elke ronde wordt één kaart meer open gelegd dan het aantal spelers. Deze kaarten vormen het aanbod waarvoor de spelers aan de hand van hun wasknijper en hun biedkaart moeten bieden. De speler met het hoogste bod begint. Als spelers gelijk bieden, bepaalt het getal op de achterkant van de biedkaart wie begint, dit is de speler met het laagste getal. Bied je 26+ dan moet je een wolfiche afgeven.
De biedkaart en de wasknijper tonen een bod van 23.

Dobbelen.

Als je aan de beurt bent, probeer je het getal dat je geboden hebt te dobbelen. Na elke worp moet je één dobbelsteen opzij leggen. Je kan dus maximaal 3 keer gooien. Gooi je het getal van je bod na de eerste beurt, dan moet je 3 kaarten uit het aanbod nemen. Heb je twee pogingen nodig, dan moet je twee kaarten nemen. Lukt het je pas na de derde poging, dan moet je één kaart nemen.
Lukt het je niet om het getal van je bod te gooien dan mag je een wolfiche uit de voorraad nemen. Is jouw eindresultaat lager dan 14 dan moet je bovendien alle zwarte schapen van tafel nemen.

Kaarten nemen.

Het aantal worpen dat je nodig hebt om het getal uit je bod te gooien, bepaalt het aantal kaarten dat je moet nemen. Je moet de kaarten nemen, ook al zijn dit negatieve kaarten. Liggen er minder kaarten op tafel dan je moet nemen dan krijg je uitsluitend de overblijvende kaarten. De laatste speler moet niet dobbelen en krijgt alle overgebleven kaarten.
De kaarten die je wint, moet je op elkaar leggen. Daarbij mag je zelf kiezen welke kaart je bovenaan legt.

De kaarten.

• Het getal links boven bepaalt de waarde van de kaarten. Het getal rechtsonder bepaalt de volgorde van spelen bij gelijk bod. Dit ter vervanging van het getal op de biedkaart. Het getal rechtsboven wordt als bonus bij je worp geteld.
• De hond is een speciale kaart. Heb je één hond, dan ontvang je daarvoor 9 punten. Heb je geen honden dan moet je 2 witte schapenkaarten afleggen. De speler met de meeste honden verliest 5 punten.
• Daarnaast heb je ook het bot. Telkens je een kaart wint met een bot-symbool krijg je daarbij ook het bot als die kaart al in het spel is. Als je op het einde van het spel het bot bezit, levert elke hond 4 punten op.
• Sommige kaarten leveren minpunten op. Er zijn ook kaarten waarvan je er 3 moet hebben vooraleer ze punten opleveren. Andere kaarten leveren in het begin punten op, maar verliezen hun waarde per set van 3.

De winnaar

Het spel eindigt als alle kaarten gewonnen zijn. De speler die het meeste punten heeft verzameld, wint het spel.

SPELBEOORDELING

Wollie Bollie heeft iets voor spelers die van stiekem gedoe houden in de geheime biedfase, heeft iets voor spelers die van memory houden met de speciale kaarten en heeft iets voor de liefhebbers van geluk door de dobbelstenen. Een leuke combinatie van factoren in een luchtig jasje gegoten. Alleen vind ik dat het spel wat lang kan duren voor een tussendoortje en iets te licht is om een avond mee te vullen. Dit kan natuurlijk opgelost worden door vooraf een paar kaarten uit het spel te nemen.