SPELMATERIAAL

Het kleine doosje bevat 50 spelkaarten (10 per speler), 4 muntkaarten, 1 kaart “kat in de zak”, 1 startspelersteen, 68 zwarte munten en 8 groene munten. De kwaliteit van het spelmateriaal is goed, de tekeningen zijn prachtig.

SPELBESPREKING

Inleiding

Elke speler stopt één kat in de zak, daarna bieden ze tegen elkaar op voor de inhoud van de zak.

Voorbereiding

Elke speler krijgt een set van 10 kaarten. Daarvan wordt er één blind getrokken en terug in de speldoos gestopt.
Elke speler ontvangt 15 munten, de muntkaarten worden in oplopende volgorde naast elkaar op tafel gelegd. Op elke muntkaart wordt het aangegeven getal munten gelegd.
De startspeler krijgt de startspelersteen.
(Afhankelijk van het aantal spelers worden soms een aantal muntkaarten en munten niet gebruikt.)

Spelverloop

De zak vullen.

Te beginnen met de startspeler leggen alle spelers één van hun kaarten gedekt op tafel. De eerste speler doet dit onder de “kat in de zak” kaart, de tweede speler onder de muntkaart met de laagste waarde, de derde speler onder de muntkaart met de op één na laagste waarde, enz…

Bieden en passen.

De startspeler draait zijn kaart om en doet als eerste een startbod. Wie aan de beurt is moet het bod verhogen of passen.
Als je past, neem je jouw bod terug en ontvang je bovendien het geld dat op de laagste muntkaart ligt. Je mag deze ronde niet meer meebieden. Nadat je gepast hebt, draai je de volgende kaart uit de rij om. De andere spelers krijgen nu meer informatie over de kaarten waarop ze bieden.
Als slechts één speler overblijft, betaalt die zijn bod aan de bank. Daarna ontvangt hij de startspelersteen en de kaarten in de rij. De muntkaarten worden terug van munten voorzien (als die nog op voorraad zijn) en de tweede ronde start.

Wat kan er in de zak zitten?

Spelers bezitten 3 soorten kaarten: katten, honden en hazen. Onderstaande combinaties zijn dus mogelijk:

• De rij bevat alleen katten: alle kaarten worden aan de winnaar gegeven die ze gedekt voor zich neer legt.
• De rij bevat één hond: een grote hond verjaagd de kaart met de hoogste waarde, een kleine hond verjaagd de kaart met de laagste waarde. De verjaagde kaart kan ook een haas (waarde 0) zijn. Leg deze kaarten in de doos, de overgebleven kaarten worden aan de winnaar gegeven.
• De rij bevat meerdere honden: de honden spelen met elkaar en worden in de doos gelegd, de overgebleven kaarten gaan naar de winnaar.

De winnaar

Na de 9de ronde eindigt het spel. De spelers tellen de punten van hun katten bij elkaar op. Rode katten leveren minpunten op. Elke zwarte munt levert een extra punt op, groene munten 5 (staat niet in alle spelregels wel op de website van 999). De speler met het meeste punten is gewonnen.

SPELBEOORDELING

Minoes is een kort biedspelletje dat ook voor de nodige animo zorgt. In het begin bied je op iets waarvan je de inhoud niet kent. Nadat een paar spelers hebben gepast, weet je wat voor moois (of minder moois) in de zak zit. De startspeler heeft natuurlijk het nadeel dat hij één kaart minder kent dan zijn speelkameraden aangezien zijn kaart als eerste wordt omgedraaid. Bij een slecht aanbod is passen vaak de beste optie, de beurtvolgorde bepaalt dan dikwijls wie de pineut is. Toch is het zinvol niet als eerste te passen, ook al is die eerste straatkat niet echt een juweeltje om op te bieden, omdat je natuurlijk meer centen verdient als je later past. Misschien is de laatste kaart wel een kleine hond en jaagt die de straatkat weg?
Omdat je zelf een deel van het bod bepaalt, omdat je steeds meer informatie krijgt en omdat je met jouw handkaarten aardig wat roet in het eten kan gooien, vind ik Minoes een geslaagd biedspelletje. Met Minoes heb je zeker geen kat in een zak gekocht.