Auteur | Ludovic Maublanc, Bruno Cathala |
Uitgever | Matagot |
Aantal spelers | 2 tot 5 |
Spelduur | 60 – 90 minuten |
Jaar van uitgave | 2009 |
Prijs | 44.95€ |
Recensie door | Vandenbogaerde Fabrice |
Score | 4.0/10 |
Links | Bruno Cathala Ludovic Maublanc Matagot |
SPELMATERIAAL
De speldoos bevat:
- het spelbord dat uit 3 delen bestaat,
- 2 dobbelstenen (waarden vanaf 0 tot en met 3),
- 98 goudstukken,
- 16 welvaartfiches,
- 5 figuren (Kraken, Minotaurus, Medusa, Polyphemus, Chiron),
- 17 kaarten met mythologische wezens,
- 18 priesterkaarten,
- 17 filosoofkaarten,
- 4 Godentegels,
- 40 gebouwen (telkens 10 havens, forten, tempels en universiteiten),
- 10 metropolissen,
- in elk van de 5 kleuren; 2 offerzuilen, 8 vloten, 8 troepen, 3 markers en 1 scherm,
- de spelregels in het Duits, Frans en Engels.
SPELBESPREKING
Inleiding
5 welvarende steden in de Cyclades archipel (Sparta, Athene, Corinthe, Thebe en Argos) proberen elkaar hun suprematie op te leggen. Daarvoor doen ze niet alleen beroep op vloten en troepen want die zijn maar klein bier in vergelijking met de krachten die Goden en mythologische wezens kunnen ontketenen. Goden strijden mee met degene die het diepst in de buidel tast. Mythologische wezens zijn reeds met enkele goudstukken te overhalen. De strijd kan beginnen.
Voorbereiding
Leg het spelbord in het midden. Gebruik de juiste zijde!
Elke speler start met het spelmateriaal in één kleur en 5 goudstukken.
Elke speler plaatst 2 schepen en 2 troepen op het spelbord. (zie startopstelling spelregels)
De priesterkaarten en de filosoofkaarten worden op het spelbord gelegd.
De rest van het spelmateriaal wordt binnen handbereik gelegd.
Spelverloop
Er worden een aantal spelrondes gespeeld. Elke spelronde verloopt volgens hetzelfde stramien. Het spel stopt vanaf het ogenblik dat een speler een tweede metropolis bezit.
Een spelronde
- Bij de start van een spelronde wordt de ‘wezenkaart’ die 2 goudstukken kost afgelegd. De andere wezens schuiven 1 plaats op (= worden 1 goudstuk goedkoper) en er wordt een nieuw wezen opengelegd.
- Schud de godenkaarten en leg ze op de 4 lege plaatsen boven Apollo (deze God staat reeds op het spelbord afgebeeld) Afhankelijk van het aantal spelers draai je 0, 1 of 2 Goden om. Die Goden nemen een dagje rust en zullen de volgende ronde zeker beschikbaar zijn.
- Elke speler ontvangt inkomsten van zijn steden en handelsposten. 1 Goudstuk per welvaartsymbool.
- Daarna offeren de spelers goud aan de Goden. De startspeler kiest als eerste een God en zet zijn offerzuil op het bedrag dat hij wenst te offeren. De andere spelers doen in beurtvolgorde hetzelfde. Als je interesse hebt in een God die reeds gekozen is, mag je jouw zuil alleen plaatsen als je meer goud offert. Een speler die overboden wordt, moet zijn offerzuil direct verplaatsen. Alleen bij Apollo mogen meerdere zuilen staan. De ronde stopt als alle spelers een God gekozen hebben. Elke speler betaalt nu zijn offer aan de bank.
- De Goden worden van boven naar beneden geactiveerd. Als jouw God geactiveerd wordt, mag je hem betalen om acties uit te voeren. Tussendoor mag je ook mythologische wezens inhuren.
De Goden
Het offergeld dat je aan de Goden schenkt, biedt geen enkele garantie. Als je daadwerkelijk iets van de Goden gedaan wilt krijgen, moet je goud op tafel leggen. Elke God heeft zijn eigen specialiteiten.
Zet een vloot op het spelbord. Vloten worden vanzelfsprekend in het water gezet. Extra vloten kosten, je raadt het al, extra centen. Voor 2 goudstukken mag je een haven op een eigen eiland bouwen. Havens bieden extra slagkracht tijdens zeegevechten. Als je met jouw vloot wilt bewegen, moet je één goudstuk inleveren. Een vloot mag maximum 3 zeevelden verplaatst worden. Als je beweegt naar een veld met vloten van een andere speler ontstaat een zeegevecht.
Zet een troep op het spelbord. Troepen worden op eigen eilanden geplaatst. Extra troepen plaatsen kan als je dieper in de buidel tast. Voor 2 goudstukken mag je een fort bouwen. Een fort verhoogt de kracht van eigen troepen die zich op hetzelfde eiland als het fort bevinden. Je mag voor 1 goudstuk een troep verplaatsen naar een ander eiland. Dit kan alleen als er via eigen vloten een verbinding tussen de twee eilanden is. Als je op een eiland van een andere speler terechtkomt, ontstaat een landgevecht.
Je krijgt metteen een priester. Voor 4 goudstukken kan je een extra priester recruteren. Priester zorgen ervoor dat je minder moet betalen tijdens het offeren aan de Goden. Voor twee goudstukken mag je een tempel bouwen. Een tempel verlaagt de kosten voor mythologische wezens. Voor 1 goudstuk mag je een mythologisch wezen afleggen en vervangen door de bovenste kaart van de trekstapel.
Je krijgt metteen een filosoof. Voor 4 goudstukken kan je een extra filosoof inlijven. Als je 4 filosofen bezit, moet je ze inleveren en een metropolis bouwen. Voor twee goudstukken mag je een universiteit bouwen.
- Apollo (staat op het spelbord afgedrukt)
Je krijgt 1 goudstuk (of 4 goudstukken als je maar 1 eiland bezit). De eerste speler die zijn offerzuil bij Apollo plaatst krijgt ook een welvaartfiche. Deze fiche mag hij op een eiland naar keuze leggen. Dit eiland levert dan 1 extra goudstuk op tijdens de inkomstenfase.
Gevechten verlopen vrij simpel. Gooi met de dobbelsteen, tel jouw aantal betrokken troepen/vloten bij het resultaat van de dobbelsteen op. De speler met de laagste score verliest een troep/vloot. Enz…
Mythologische wezens.
De Mythologische wezens hebben speciale krachten die in een apart boekje worden uitgelegd. Hun invloed op het spelverloop is vrij (lees veel te) groot. Ik raad aan dat je die eigenschappen aan het begin van het spel kort overloopt om frustraties te vermijden.
De winnaar
De speler die als eerste twee metropolissen bezit, wint.
De verschillende gebouwen, onderaan 3 metropolissen.
SPELBEOORDELING
Amai, de uitvoering van Cyclades is werkelijk prachtig. Respect voor de makers van dit spel. De speldoos en de onderdelen zijn fascinerend. Na het open van de doos wilde ik zo snel mogelijk Cyclades aan een eerste test onderwerpen. Ik had er alle vertrouwen in dat ik mij een topper aangeschaft had.
Cyclades speelt vrij makkelijk en intuïtief. De spelregels zijn niet 100% duidelijk maar alles steekt logisch in elkaar. De eerste ronden verlopen vrij vlot en je hebt de indruk dat je een beschaving aan het opbouwen bent. Daar komt wel snel verandering in op het ogenblik dat de eerste mythische wezens hun krachten op het menselijke ras botvieren. Als speler verlies je daardoor de controle over het gebeuren en zie je jouw minutieus opgebouwde beschaving in één klap smelten als sneeuw voor de zon.
Ik had bijvoorbeeld zwaar geïnvesteerd in mijn vloot. 8 schepen vormden een verbinding naar twee verschillende eilanden waarop zich een metropool bevond. 4 militairen stonden paraat om de oversteek te wagen. Net voor ik aan de beurt kom, ruilt een andere speler één mythische kaart met een kaart van de stapel. Kraken komt tevoorschijn en voor amper 6 goudstukken wordt mijn volledige vloot vernietigd. Mijn militairen staan geïsoleerd op één eiland. Op dit moment heeft het weinig zin om Ares in te huren en mijn kapitaal is te klein om schepen te bouwen. Gelukkig kon ik ook nog via de filosofen mijn slag slaan. Een andere speler die meer geld heeft, verhindert dit succes (ook al kan hij zelf weinig met de filosofen aanvangen) waardoor ik van pure ellende bij Apollo moet gaan bedelen. De beurt daarop wordt mijn metropool aangevallen en moet ik terug vanaf nul starten. De twee volgende spelers die kans maken op de overwinning vergooien hun kapitaal aan vloten en militairen. De vierde speler, die nog nooit een rol van betekenis speelde en al van bij de start van het spel geen enkele zinnige actie kon uitvoeren, wint uiteindelijk omdat hij met zijn opgespaarde kapitaal voldoende filosofen kon aankopen. Dit voorbeeld beschrijft perfect de beperkingen van Cyclades:
- Wat een speler 5 of 6 ronden aan het opbouwen is, kan door één mythisch wezen in één klap teniet gedaan worden.
- De acties van de Goden zijn vrij beperkt. Als je militairen wilt inzetten, moet je Ares bemachtigen. Lukt dit niet, dan heb je pech.
- Spelers die achterop geraken, kunnen die achterstand moeilijk goedmaken. Je hebt militairen en vloten nodig om geld te verdienen en je hebt geld nodig om militairen en vloten te bouwen.
- Als je achterop geraakt is de kans echter toch groot dat de overwinning je in de schoot geworpen wordt, daar zorgt de overwinningsvoorwaarde voor. Spelers die merken dat één persoon dicht bij de overwinning staat (wat vrij makkelijk te bepalen is), vormen coalities en tegen zo’n overmacht maak je weinig kans.
- Eénmaal deze mallemolen op volle toeren draait, sleept het spel zich voort. Steeds weer wordt de leider aangepakt en begint het opbouwen opnieuw.
Januari 2012