SPELMATERIAAL

Het kleine (en onhandige) speldoosje bevat 120 kaarten:

• 70 avontuurkaarten.
• 22 mapkaarten.
• 14 opdrachtkaarten.
• 6 heldenkaarten
• 6 kaarten voor het aanduiden van positieve (‘glory’) en negatieve energie (‘peril’). (Verder telkaart genoemd.)
• 2 kaarten waaruit je figuurtjes en fiches moet snijden.
  

De kaarten zijn van goede kwaliteit en de figuren op de kaarten zijn prachtig afgewerkt. Dobbelstenen en counters moeten apart bijgekocht worden.

SPELBESPREKING

Inleiding

Elke speler kruipt in de huid van een held. Deze held doorkruist kerkers op zoek naar schatten en waardevolle voorwerpen. Valstrikken, gesloten deuren en monsters zijn hindernissen die genomen moeten worden. Probeer als eerste 3 opdrachten te vervullen. Duld je de aanwezigheid van andere helden, of hak je hen in de pan.

Voorbereiding

De kaarten worden op soort gesorteerd en geschud.
Elke speler ontvangt 1 held, 2 opdrachten, 1 telkaart, 2 counters, 1 dobbelsteen en 5 avontuurkaarten.
Zoek de ingang tussen de mapkaarten en leg deze op tafel. Trek vervolgens 4 willekeurige kaarten en verbind deze met de ingang. Alle spelers zetten hun held op de ingang.
Leg 1 opdrachtkaart open op tafel.
Alle spelers starten met 6 levenspunten en level 1. Dit wordt met behulp van een dobbelsteen op een heldenkaart aangeduid.
Alle spelers legen 2 counters op hun telkaart. Telkens op waarde 1 van ‘peril’ en ‘glory’.
De trackercard. (Telkaart is geen goede vertaling, maar ik hoop dat je toch begrijpt wat ik bedoel.)

Dobbel om de startspeler te bepalen.

Spelverloop

Een beurt.

Dungeoneer wordt gespeeld in een aantal beurten. Een beurt bestaat uit 5 fasen. Er wordt gespeeld volgens de wijzers van de klok.

• Reset: in deze fase moet je de kosten voor bepaalde kaarten betalen. Kaarten die één keer per beurt gebruikt mogen worden, worden geactiveerd. Je krijgt terug bewegingspunten, deuren en uitgangen worden terug in hun oorspronkelijke staat gezet.
• De kerkermeester aan de beurt: nu kan je de ‘peril’ van je tegenstanders tegen hen gebruiken door het spelen van negatieve kaarten, ‘Banes’ en ‘Encounters’. ‘Encounters’ moeten gelijktijdig gespeeld worden terwijl ‘Banes’ op een willekeurig tijdstip gedurende deze fase gespeeld mogen worden.
• De kerker uitbouwen: trek 1 mapkaart en verbind ze met de kaarten op tafel. De mapkaarten moeten in dezelfde richting als de ingang gelegd worden. Een aangesloten kaart moet altijd in verbinding staan met de ingang. Het is ook verboden kaarten te leggen waaraan geen enkele andere kaart zou passen.
• De held aan de beurt: in deze fase gebruik je ‘glory’ om positieve kaarten ‘Boons’ en ‘Treasures’ te spelen. Daarnaast kun je ook bewegingspunten gebruiken om de kerker te verkennen of opdrachten te vervullen.
• Afsluiten: indien je niet beweegt in jouw beurt, ontvang je de ‘glory’ en ‘peril’ van de kamer waarin je held zich bevindt. Als je bewegingspunten over hebt, mag je een counter op je heldenkaart leggen. Deze counter geeft aan dat je recht hebt op één speciale actie.
  Verder moet je 1 kaart afleggen (tenzij je geen kaarten op handen hebt) en vul je je hand terug aan tot 5.

Aanvallen.

Om aan te vallen speel je ‘encounter’ kaarten. Links bovenaan staat aangegeven hoeveel peril het spelen van die kaart kost. Als je aanvalt, kies je eerst hoe je wenst aan te vallen. Daarna kan de verdediger reageren door kaarten te spelen. Tenslotte worden de gevolgen van de aanval toegepast.

• Aanval kiezen.
  Er zijn 3 verschillende soorten aanval: man tegen man, magie en snelheid. Zowel op monster – als op heldenkaarten kun je de kracht voor die verschillende aanvalstechnieken terugvinden. Staat die kracht in een cirkel, dan mag je met die kracht aanvallen. Staat de kracht in een ruit, dan kan je met die kracht enkel een tegenaanval uitvoeren als je met dezelfde kracht aangevallen wordt.
  Als meerdere monsters aanvallen mag je krachten combineren en optellen. Monsters kunnen slechts 1 keer per beurt aanvallen.
  De encounterkaart kan alleen aanvallen in een man tegen man gevecht (kracht 3), maar kan wel reageren op magie (1) en beweging (2). Het kost 4 ‘peril’ om de kaart te spelen en het monster moet 2 keer geraakt worden. Als je geraakt bent, verlies je 1 leven en een ‘boon’. Links bovenaan onder het doodshoofd staat het teken voor ‘encounter’.
  
• Reageren.
  De aangevallen speler mag eventueel kaarten spelen om zich te verdedigen. Daarna gooien beide spelers een dobbelsteen. Bij het resultaat tel je de aanvalswaarde van jouw figuur voor de gekozen aanvalsvorm.
  Deze ‘boon’ kost 3 ‘glory’ en verwijdert het aanvallende monster.
  
• Gevolgen toepassen.
  De verliezer ontvangt 1 schadepunt tenzij dit anders aangegeven staat op de encounter kaart. Bij gelijkstand is er geen winnaar en geen verliezer. Ongewonde monsters neem je terug op handen. Gewonde monsters worden open op tafel gelegd. Op tafel is plaats voor 3 monsters (per speler). Dode monsters of ongewenste monsters worden afgelegd.
  Als jouw monster een wonde veroorzaakt, krijgt de speler van jouw keuze 1 ‘peril’. Als je held wonde veroorzaakt, krijg je 1 ‘glory’.
  Sommige kaarten vormen een bedreiging en gelden niet als aanval. Als je aan de voorwaarden van de kaart voldoet ontvang je een beloning, in het andere geval wordt je gestraft.
  Om deze kaart te overwinnen moet je een dobbelsteen gooien. Tel jouw bewegingskracht op bij de waarde van de dobbelsteen. Bij verlies ontvang je 1’peril’ bij winst ‘1 glory’.
  

Speciale acties.

• ‘Anytime’ kaarten mogen altijd gespeeld worden.
• ‘Boon’ response kaarten mogen gespeeld worden als reactie op aanvallen.
• Kaarten die open voor je op tafel liggen mag je activeren als je de kosten ervan kunt betalen.
• Een verlamde held kan je voor 1 bewegingspunt terug herstellen.
• Voor één bewegingspunt mag je een monster of een held die zich in dezelfde kamer bevindt aanvallen. Dit kan je slechts éénmaal per beurt doen.

De kerker.

De kerker wordt opgebouwd uit verschillende kaarten. Elke kaart heeft vier mogelijke uitgangen. Deze uitgangen zijn open, gesloten, bevatten vallen of kunnen niet gepasseerd worden. Om gesloten deuren te openen moet je eveneens met de dobbelsteen gooien en de aangegeven score behalen. De deur gaat ook met een lagere score open, maar je verliest wel 1 bewegingspunt. Als je geen bewegingspunt meer over hebt om in de volgende kamer te wandelen, sta je zogezegd in het deurgat. Deze deur blijft dan open tot je daar weg bent. Deuren met valstrikken werken op dezelfde manier maar je verliest 1 levenspunt in plaats van een bewegingspunt als je slecht dobbelt.
Voorbeelden van mapkaarten. De eerste en de tweede kaart hebben alleen open deuren. De derde kaart heeft een valstrik (T5+) en en gesloten deur (L6+).

Soms moet je een obstakel overwinnen als je in de kamer bent. Dit staat beschreven in het midden van de kaart. Obstakels worden alleen in je eigen beurt geactiveerd. Mogelijke obstakels zijn putten, spijkers, riolen,…

De kaarten.

• Heldenkaarten.
  Deze kaarten tonen de kracht van de held, zijn speciale kracht en het aantal ‘boon’ en ‘treasure’ kaarten er voor jouw op tafel mogen liggen.
  Deze kaarten spreken voor zich.
  
• Avonturierkaarten.
  Op een avonturierkaart staan de kosten in positieve of negatieve energie. Op de kaart staat ook hoelang ze in het spel blijft, tot welke categorie ze behoort en welk effect ze heeft. Er zijn 4 soorten avonturierkaarten Boons, Treasures, Banes en encounters.
  Boon, Treasure, Encounter en Bane.
  
• Opdrachtkaarten.
  Deze kaarten tonen een opdracht en de beloning die je voor die opdracht krijgt. De beloning bestaat er meestal uit dat je een level stijgt, geneest van wonden en ‘glory’ krijgt. Er zijn verschillende soorten opdrachten. Zo moet je personen begeleiden, monsters verslaan, voorwerpen zoeken, bedreigingen overwinnen, voorwerpen opofferen of een bepaald getal gooien met een dobbelsteen.
  Enkele voorbeelden van “Quests’.
  

De winnaar

De eerste held die drie opdrachten oplost is de winnaar.

SPELBEOORDELING

Dungeoneer bevat enkele goede elementen en enkele minder goede.
Het evenwicht tussen ‘peril’ en ‘glory’ werkt uitstekend. Als je in een kamer stopt, ontvang je ‘glory’ die je kan gebruiken om je held te helpen. Tegelijkertijd ontvang je ‘peril’ waarmee jouw tegenstrevers kunnen aanvallen.
Elke speler krijgt in zijn beurt de kans om dungeonlord te zijn. In gelijksoortige spellen is het dikwijls zo dat één speler dungeonlord is, terwijl anderen helden zijn. Hier is dit dus niet het geval wat we alleen maar kunnen toejuichen natuurlijk.
Dit kaartspel bevat echter wel een hoge dosis geluk. Geluk bij het trekken van mapkaarten, geluk bij het trekken van opdrachten, geluk bij het trekken van avonturierkaarten en dan nog eens het geluk van de dobbelsteen. Het kan bijvoorbeeld voorkomen dat een opdracht naar een bepaalde kamer verwijst, maar dat die kamer nog niet zichtbaar is. (Sommige spelers lossen dit op door op voorhand de volledige kerker te bouwen.)
Sommige opdrachten zijn een stuk moeilijker dan andere. Speel eventueel alleen met open opdrachten of zorg er voor dat de persoonlijke opdrachten voor iedereen zichtbaar zijn. Op die manier kun je het evenwicht wat herstellen.
Bij dit kaartspel horen nog een zestal dobbelstenen en een 18-tal counters. Deze zitten echter niet in het doosje. Ik heb die zaken bijgekocht, maar nu past het spel natuurlijk niet meer in de doos. Vervelend als je het wilt meenemen op reis bijvoorbeeld.
De regels zijn niet zo moeilijk, maar je moet veel onthouden. Dungeoneer is een spel voor de liefhebbers van het genre.
Samenvatting.