SPELMATERIAAL

De speldoos bevat 42 windkaartjes, 6 opdrachtkaartjes, 6 godenkaarten en 6 goddelijke schijven, 30 avonturenschijven in 6 kleuren en het spelbord.

SPELBESPREKING

Inleiding

Odysseus heeft zich de woede van 6 andere goden op de hals gehaald. Deze goden gebruiken hun krachten om het schip van Odysseus in de voor hen goede richting te loodsen. De spelers kruipen in de huid van deze goden. Door het schip in een bepaalde richting te doen varen krijgen ze punten. Ze gebruiken hun krachten om de koers van het schip te bepalen.

Voorbereiding

Van elke kleur worden 3 avonturenschijven willekeurig op het bord gelegd. De godenkaarten worden geschud en elke speler krijgt er één, hij ontvangt ook de speciale power.
De opdrachtkaarten worden geschud en elke speler krijgt er één. De windkaarten worden geschud en elke speler krijgt er 3 op handen.
Zeus plaatst het schip op het spelbord. De avonturenschijf die daar ligt, wordt naast het spelbord gelegd.

Spelverloop

Het spel bestaat uit een aantal rondes. Elke ronde wordt het schip 3 plaatsen verzet. Daarna stopt het schip bij een avonturenschijf. Deze schijf wordt weggenomen van het spelbord.

Het spelbord.

Op het spelbord staan cirkels die met elkaar verbonden zijn door gele, rode en groene cirkels. Onderaan het spelbord staan 3 vakken die verdeeld zijn in een gele, groene en rode band.
Het schip vaart telkens maximum 3 stappen. Door het spelen van windkaartjes bepalen de spelers de koers van het schip. Voor elke stap wordt gekeken in welke kleur de wind het krachtigst blaast. Het schip wordt dan over de lijn in dezelfde kleur verplaatst.

De spelers.

De speler links van Zeus mag beginnen met spelen. Hij mag één van onderstaande acties uitvoeren:

• een windkaartje spelen op één van de 9 vakken. Er mogen meerdere kaartjes op één vak liggen.
• een goddelijke power spelen, kan slechts één maal per ronde.
• een Dionysus kaartje spelen. Dit kan hij inzetten als windkaartje van kracht 1 of om zijn god te ruilen met een andere speler.

Als alle spelers na elkaar passen eindigt de ronde. Het schip wordt verplaatst en de avonturenschijf waar het schip stopt, wordt van het spelbord genomen. Bij gelijke windkracht wint geel van groen en groen van rood.
Elke speler krijgt 2 nieuwe windkaartjes en Zeus kiest een nieuwe avonturenschijf, deze legt hij op het vak waar het schip vandaan kwam.

De goden.

• Zeus: kan een ronde direct stoppen en mag de nieuwe avonturenschijven kiezen.
• Hades: speelt zijn windkaartjes dicht. (voortdurend)
• Aphrodite: verdubbelt de waarde van de windkaartjes van één van de negen vakken.
• Hermes: mag een windkaartje verplaatsen.
• Poseidon: kan één windrichting volledig blokkeren.
• Athena: kan de andere goden blokkeren.

De winnaar

Op de opdrachtkaartjes van de spelers staat hoeveel punten de avonturen opleveren. Telkens het schip stopt, wordt een nieuw avontuur gewonnen. Wie daardoor 10 punten heeft bereikt, wint het spel.

SPELBEOORDELING

Odysseus is een kleurrijk uitgevoerd en leuk familiespel. Daarbij gaat het niet over het 10 beurten ver plannen van je acties maar wel over het dwarszitten van je medespelers. Vooral de powers van de goden en de Dionysus kaart zijn daarbij krachtige wapens. Afwachten en pas op het einde toeslaan is ook een goede tactiek, maar als iedereen er zo over denkt, geraak je ook niet verder. Spelers die gaan voor diepgang, strategie en tactiek zullen in Odysseus geen uitdaging vinden.
Wat wel enorm storend werkt en voor de lage score zorgt, zijn de opdrachtkaartjes. Speel je met zes, dan is er geen probleem. Maar met andere aantallen is de balans ver zoek. De opdrachtkaartjes zijn zo opgebouwd dat ze een avontuur hebben dat 3 punten oplevert, één van 2 punten en één van 1 punt. Er zijn 6 opdrachtkaartjes en 6 kleuren. Elke kleur levert dus één keer 3 punten op, één keer 2 en één keer 1 punt. Indien je nu bijvoorbeeld met drie speelt, dan kan het zijn dat het rode avontuur voor de ene speler 3 punten oplevert en voor de andere 2. Een derde speler krijgt 3 punten voor zwart en rood komt niet voor op zijn kaartje. Als de zwarte kleur niet voorkomt op de opdrachtkaarten van de eerste twee spelers, dan is die derde speler ferm in het nadeel, voor hem is het bijna onmogelijk te winnen. Dit euvel kan je alleen oplossen door zelf opdrachtkaartjes te maken volgens het aantal spelers.