SPELMATERIAAL

De speldoos, die juist gepast is wat grootte betreft, bevat een balans en toebehoren, 2 dobbelstenen, 10 pionnen in 4 kleuren en de spelregels in het Nederlands, Engels, Duits, Frans en Italiaans.
Het spelmateriaal oogt aantrekkelijk.

SPELBESPREKING

Inleiding

Steek met jouw pionnen het steunpunt van de balans over zonder dat die omslaat.

Voorbereiding

Zet de balans in elkaar en geef elke speler 6 pionnen. De speler de het meeste ogen gooit, begint.
Het spel bevat 8 L – en 2 M-pionnen. De M-pionnen zijn iets lichter. Spreek op voorhand af welke pionnen gebruikt worden.
Eén speler start aan de rechterkant van de balans, de andere aan de linkerkant.

Spelverloop

Om beurt gooien de spelers met de dobbelsteen. Het aantal ogen bepaalt jouw mogelijkheden.

• Zet een nieuwe pion in de overeenkomstige houder van de balans aan jouw kant. Elke houder heeft een nummer, dit is afhankelijk van de variant waarmee gespeeld wordt.
• Verplaats een eigen pion evenveel stappen over de houders van de balans. De richting waarin je pionnen verplaatst is terug afhankelijk van de gekozen variant.
• Passen. Dit mag je geen twee keer na elkaar doen, tenzij je echt niet kan verplaatsen.

Als je aan de andere kant van de balans terechtkomt en je staat naast een pion van een tegenspeler, dan mag je die pion verwijderen.

De winnaar

De speler die als eerste met zijn pionnen de andere kant bereikt of de speler die overblijft nadat de balans omslaat (= één balansarm steunt op het bord).

SPELBEOORDELING

Als dit spel op tafel staat, zie je de spelers nieuwsgierig worden. Het nodigt uit tot spelen. Binnen de 5 minuten is een spel gespeeld waardoor je het vrijwel op elk moment van de dag kan bovenhalen. Toch ben ik niet geneigd dit veel te doen. Ik heb de indruk dat het ‘evenwicht’ wat ontbreekt. Bij de start van dit spel moet je nieuwe pionnen in de houders zetten. Je kan er niet echt voor kiezen de andere kant te betreden omdat de balans dan direct omslaat. Je moet dus wachten tot er wat meer pionnen in de houders zitten of tot je een aanval kan uitvoeren. Het is wel zo dat een pion die dicht bij het steunpunt staat, minder invloed heeft op het evenwicht dan de pion die helemaal op het einde van de balansarm staat. Toch is dit gegeven minder bepalend dan de dobbelsteenworp.
Balance Duels brengt niet wat het mijn eerste indruk verlangt. Ik speel dit spel op vraag van anderen maar haal het zelf niet uit de kast.
Een kleine spelvariant waarbij we de dobbelstenen vervangen door bewegingskaartjes kon op meer bijval rekenen. Elke speler ontvangt 6 bewegingskaartjes met de waarden 1 tot 6. Als je aan de beurt bent, moet je 2 kaartjes open op tafel spelen. De tegenspeler kiest als eerste één van die kaartjes en handelt er naar. Jij doet dan hetzelfde met het overgebleven kaartje. Als je bewegingskaartjes op zijn, speel je verder met de kaartjes die je in de vorige rondes gekozen hebt, neem deze dan op handen.
Elke speler krijgt ook twee paskaartjes. Als je zo’n kaartje speelt moet je wel een bewegingskaart kiezen, maar je voert ze niet uit. Wie moet passen maar geen paskaartje meer bezit, verliest.