SPELMATERIAAL

De medium speldoos bevat 90 speelkaarten, 64 invloedstenen waarvan 16 in elke kleur, 12 personentegels, 60 wapenschilden waarvan 10 per soort, 34 opdrachtfiches verdeeld over 5 soorten, 32 gouden munten, 1 startspelerkaart en 1 figuur Louis VIX. Het spelmateriaal oogt leuk en past perfect in de doos.

SPELBESPREKING

Inleiding

Aan de hand van opdrachtfiches proberen de spelers opdrachten te vervullen. Deze fiches kunnen ze bekomen door de juiste personen aan het hof van Louis VIX te beïnvloeden. Dit kunnen ze doen door invloedstenen in te zetten. Deze invloedstenen komen in het spel aan de hand van de verschillende speelkaarten. Wie het best omgaat met deze mix van spelelementen zal ook het meeste zegepunten verzamelen.

Voorbereiding

De personentegels worden volgens een dambordpatroon op tafel gelegd. De opdrachtfiches liggen op de lege velden tussen de personentegels. De wapenschilden worden gedekt naast de munten aan de zijkant van het zo ontstane spelbord gelegd. De 8 geldkaarten vormen een gedekte stapel. De 12 intrigekaarten worden tussen tegel 11 en 12 gelegd. De invloedkaarten worden geschud en onder tegel 11 gelegd. De opdrachtkaarten worden gesorteerd, geschud en gedekt naast het spelbord gelegd.
Elke speler ontvangt 16 invloedstenen en 5 goudstukken. Eveneens ontvangt elke speler één opdrachtkaart van de lichtblauwe stapel en één opdrachtkaart van de middelblauwe stapel. De startspeler en de tweede speler leggen 5 invloedstenen in de lege ruimte van het spelbord die het dichtst bij hen ligt. De derde en de vierde speler doen hetzelfde met respectievelijk 6 en 7 invloedstenen.

Een deel van het spelbord hieronder zou wat meer duidelijkheid moeten scheppen.

Spelverloop

Tijdens het spel worden precies 4 rondes gespeeld. Elke ronde bevat 4 opeenvolgende fases.

De bevoorrading.

De bovenste geldkaart wordt omgedraaid. Deze kaart bepaalt hoeveel goud de spelers ontvangen en op welke personentegel de Louisfiguur wordt gezet.
Elke speler ontvangt 5 invloedkaarten.

Invloedkaarten spelen.

Om beurt leggen de spelers één kaart in het centrum van het spelbord. Deze invloedkaart kan op twee manieren ingezet worden. Ofwel plaatst men invloedstenen op personenkaarten ofwel plaatst men invloedstenen vanuit de algemene voorraad op een lege ruimte tussen de personenkaarten. Dat is dan de lege ruimte waarop men tijdens het opzetten van het spel de invloedstenen geplaatst heeft. Deze ruimte vormt dan de eigen voorraad.
Een invloedkaart toont ofwel een persoon ofwel gesloten gordijnen. In het eerste geval mag men tot 3 invloedstenen op de personenkaart van deze persoon plaatsen, in het tweede geval mag men tot 2 invloedstenen op één van de 12 personen plaatsen. Deze invloedstenen moeten uit de eigen voorraad komen. Na het plaatsen van de invloedstenen mogen deze nog diagonaal verschoven worden. Er moet wel minstens 1 steen blijven staan. Vanaf deze tegel kan men eventueel nog één invloedsteen verplaatsen.
Met deze kaarten kan een speler ook 3 (of 2) invloedstenen vanuit de algemene voorraad op het spelbord plaatsen tussen de personenkaarten.
Deze fase eindigt als alle spelers hun laatste kaart hebben uitgespeeld.

Waardering en beloning.

Te beginnen met personentegel 1 worden de tegels één voor één gewaardeerd. Deze waardering is afhankelijk van de voorwaarde die de persoon op de personen tegel stelt.

• Indien dit geld is, dan ontvangt de speler met de meeste invloedstenen op deze kaart direct een voordeel. Daarna moet hij zijn invloedstenen terug in de algemene voorraad leggen. De andere spelers kunnen hetzelfde voordeel kopen. Zij mogen hun invloedstenen dan terug in de eigen voorraad leggen. Indien één speler hier de meerderheid bezit, wordt de tegel na de waardering omgedraaid waardoor de voorwaarde verandert.
• Sommige personen eisen een eerste plaats. Alleen de speler die daar het meeste invloedstenen heeft geplaatst, krijgt het voordeel. Daarna moet hij zijn invloedstenen terugleggen in de algemene voorraad. Eventueel wordt de tegel hier ook omgedraaid. (Zie boven.)
• In andere gevallen is allen de hoeveelheid invloedstenen belangrijk. Alle personen die aan deze hoeveelheid voldoen, krijgen het voordeel. Daarna keren de stenen terug naar de eigen voorraad. De tegel wordt omgedraaid als tenminste één persoon aan de voorwaarde voldeed.

De voordelen die gewonnen kunnen worden verschillen van persoon tot persoon. In de meeste gevallen worden opdrachtfiches verkregen. Verder kunnen ook goudstukken, wapenschilden, extra handkaarten, een intrigekaart en invloedstenen gewonnen worden. De intrigekaart laat toe dat spelers invloedstenen bij een persoon plaatsen net voor de telling van die persoon en mag op handen gehouden worden. Per persoon is er juist één intrigekaart.
Soms kan Louis XIV de regels wat veranderen. Waar hij zich bevindt, krijgt de persoon met de meeste invloedstenen één extra kroonfiche. De tweede in rang krijgt het normale voordeel.

Opdrachten.

Elke opdrachtkaart toont twee opdrachtfiches. Indien een speler deze fiches bezit, mag hij de fiches terug in de voorraad leggen en de opdrachtkaart open op tafel leggen. Een kroonfiche kan gelijk welke andere fiche vervangen. Na het afleggen van een opdrachtkaart mag de speler direct een nieuwe opdrachtkaart trekken. Daarna kan hij eventueel een tweede opdrachtkaart spelen. Dit gaat zo door tot de speler past. Een speler mag maximum één opdrachtfiche meenemen naar de volgende ronde.
Opdrachtkaarten bieden naast 5 punten bij de eindtelling ook voordelen tijdens het spel. Hoe donkerder de kleur van de opdrachtkaart, hoe moeilijker de opdracht te vervullen is maar hoe groter het voordeel. Een aantal van die voordelen zijn extra goudstukken, invloedkaarten, intrigekaarten, invloedstenen of opdrachtkaarten. Ruilen van kaarten of het beïnvloeden van de spelersvolgorde behoren ook tot de mogelijkheden.

De winnaar

Na de opdrachten-fase van de 4de ronde eindigt het spel. Niet gebruikte intrigekaarten, opdrachtfiches, 3 goudstukken en invloedstenen die nog op het spelbord staan leveren telkens één wapenschild op.
De wapenschilden worden daarna gesorteerd per soort. Elk wapenschild levert 1 punt op, elke vervulde opdracht 5. Per soort leveren de wapenschilden één extra punt op voor de speler(s) die er het meest van bezit(ten). De speler met het meeste zegepunten wint het spel.

SPELBEOORDELING

Alea is reeds langer bekend voor haar (of moet ik zeggen zijn?) goede spellen. Puerto Rico en Die fürsten von Florenz zijn daar de grote voorbeelden van. Intussen is het toch aal een tijdje geleden dat daar een nieuwe kaskraker aan toegevoegd werd. Louis XIV is een eerste poging om Alea een nieuwe ‘boost’ te geven. Het spel schuilt in een vernieuwde medium doos die het nieuwe Alea-tijdperk moet inluiden. Toch kan Louis XIV niet aan zijn voorgangers tippen, dit niet met de bedoeling Louis XIV als zwak te bestempelen. De mix van tactisch legspel en meerderheidsspel is wel degelijk te pruimen. Alleen is het sterke evenwicht tussen de verschillende spelelementen die een Puerto Rico wel heeft, bij Louis VIX soms wat zoek. Bij het trekken van de opdrachtkaarten en de wapenschilden kan geluk soms beslissen over winst of verlies. Iets wat voor een spel met zo’n allures fataal kan aflopen. Ook het verwerken van de spelregels en het opzetten van het spelbord vraagt in het begin wat aandacht en geduld. De spelregels zijn, net als de opdrachtkaarten, volledig in het Duits en dit vergemakkelijkt er de zaak niet op. Gelukkig beschikt Alea over een fantastische site waarop alle spelregels in het Nederlands te downloaden zijn.
Eén keer je door de spelregels heen bent, zal je merken dat Louis XIV tamelijk vlot speelt en een wel degelijk wat in zijn mars heeft. Het is belangrijk telkens goed te overwegen welke personen in de huidige ronde voor jou belangrijk zijn. Daarop zouden je invloedstenen moeten komen. Zorg er ook voor dat de voorraad invloedstenen niet uitgeput geraakt. Geld is er niet in overvloed, spring er dus voorzichtig mee om. De mogelijkheden die de opdrachtkaarten bieden moeten constant in het oog gehouden worden. Niet alleen de eigen opdrachtkaarten zijn belangrijk maar (vooral) die van je tegenstrevers moet je ook in acht nemen. Opdrachtkaarten leveren 5 punten op, ongeacht de moeilijkheidsgraad. Waarom dan toch een moeilijke opdracht kiezen? Gewoon omdat het voordeel zoveel groter is. Probeer die moeilijke opdracht dus in het begin van het spel te vervullen. Met wat geluk zijn de voordelen enorm. En dan zijn we terug bij het begin. Jammer van dat geluk.
In de kantlijn volgende opmerking: een spelbord had misschien het opzetten van het spel wat vergemakkelijkt, maar dan zou de prijs waarschijnlijk ook een stuk hoger geweest zijn. Ikzelf zou ook voor het eerste kiezen.