SPELMATERIAAL

30 goudstukken, 65 gebouwenkaarten in 5 kleuren, 8 karakterkaarten, 7 overzichtskaarten en de koningskaart met voet zitten netjes opgeborgen in de doos. Om de karakterkaarten te beschermen raad ik aan ze in een plastic hoesje te stoppen.

SPELBESPREKING

Inleiding

De spelers proberen een zo sterk en groot mogelijke stad op te bouwen aan de hand van de gebouwkaarten. Zelf maken ze de handen niet vuil. In plaats daarvan doen ze beroep op een aantal duistere figuren. Elke figuur heeft zo zijn eigen specialiteiten. Wie het handigst en listigst met die specialiteiten omspringt zal uiteindelijk de mooiste stad kunnen bouwen.

Voorbereiding

Elke speler krijgt 3 gebouwkaarten, een overzichtskaart en 2 goudstukken. Er wordt een koning gekozen. De koningskaart wordt bij de koning geplaatst. De rest van de gebouwkaarten wordt geschud en gedekt op tafel gelegd.

Spelverloop

De karakterkaarten worden geschud en de startspeler mag er één kiezen. Daarna heeft hij de karakterkaarten aan zijn linker buurman. Dit gaat zo door tot elke speler een karakterkaart gekozen heeft. Afhankelijk van het aantal spelers worden in het begin aan aantal kaarten gedekt en/of open afgelegd. De laatste speler kan altijd kiezen uit twee kaarten, de overgebleven kaart wordt ook gedekt afgelegd. Als elke speler een kaart heeft overloopt de koning één voor één de karakters. De spelers die deze karakters gekozen hebben mogen hun beurt uitvoeren.

De karakterkaarten.

Wie aan de beurt is mag altijd twee gebouwkaarten trekken, één kiezen en één afleggen of twee goudstukken nemen. Daarnaast mag elk karakter ook één gebouw bouwen. De speciale eigenschap van elk karakter mag op gelijk welk ogenblik in het spel gespeeld worden.
Er zijn acht verschillende karakters en die worden altijd in onderstaande volgorde overlopen:

1. De moordenaar: kan een ander karakter vermoorden. Hierbij is het belangrijk dat de moordenaar een karakter noemt en niet de naam van een speler. De speler die dit karakter heeft mag niet reageren. Zijn beurt gaat gewoon voorbij.
2. De dief: steelt het geld van een ander karakter. Dezelfde regels als hierboven zijn van toepassing. In het begin van de beurt van het karakter die bestolen is, ontvangt de dief het geld van die speler.
3. De magiër: kan kaarten ruilen met de trekstapel of met een andere speler.
4. De koning: mag als eerste een karakterkaart kiezen in de volgende ronde en ontvangt van gele gebouwen.
5. De prediker: ontvangt van blauwe gebouwen en is beschermd tegen de condotiere.
6. De koopman: ontvangt één extra goudstuk. Ontvangt ook van groene gebouwen.
7. De bouwmeester: Krijgt twee extra gebouwkaarten en mag tot drie gebouwen per beurt bouwen.
8. De condotiere: ontvangt van rode gebouwen en kan een ander gebouw vernietigen.

De gebouwkaarten.

Gebouwkaarten bestaan in 5 verschillende kleuren: rood, groen, geel, blauw en paars. Paarse gebouwen hebben speciale eigenschappen. De andere gebouwen leveren voor sommige karakters goudstukken op. Een gebouw plaatsen kost evenveel goudstukken als er op de kaart afgebeeld staan. Een gebouw afbreken kost één goudstuk minder (voor de condotiere).

De winnaar

Het spel eindigt in de ronde waarin een speler zijn achtste gebouw plaatst. Zijn stad is nu automatisch beschermd voor de condotiere. De spelers tellen nu hun punten. Elk gebouw is evenveel punten waard als het aantal goudstukken dat erop staat. Wie van elke kleur minstens één gebouw heeft, ontvangt 3 extra punten. De eerste speler die acht gebouwen heeft geplaatst, krijgt 4 extra punten, de tweede 2. Wie in het totaal de meeste punten heeft, wint het spel.

SPELBEOORDELING

Machiavelli is verreweg het beste kaartspel dat ik ooit gespeeld heb. Dit komt grotendeels door het spelmechanisme. De karakterkaarten hebben enkele niet te missen pluspunten.
Ten eerste hebben ze elk hun specialiteit, op het eerste zicht lijken sommige karakters sterker dan andere. Wie echter het spel goed speelt, zal vlug merken dat elk karakter goed van pas kan komen.
Ten tweede zorgen die verschillende eigenschappen voor een variëteit aan tactische mogelijkheden.
Ten derde kan je met de moordenaar en de dief alleen maar karakters vermoorden en geen spelers. Je kan dus nooit persoonlijk iemand aanvallen. Je kan als speler ook de anderen misleiden door juist wel of niet het karakter te kiezen dat jou het meeste voordeel oplevert.
Naast de karaktergebonden eigenschappen is ook timing belangrijk. Dit kan belangrijk zijn voor de keuze van je karakter en voor de keuze van het moment waarop je een speciale eigenschap toepast. Je kan bijvoorbeeld als je veel geld hebt de moordenaar kiezen. Door de vaste volgorde kom je eerst aan de beurt. De dief kan jouw geld dus niet stelen. Op dezelfde manier kan je een karakter kiezen die snel aan de beurt komt om het eerste acht gebouwen te kunnen plaatsen. Als je ontvangt van gebouwen, kan je eerst nog een gebouw bijplaatsen en dan pas ontvangen, misschien win je een extra geldstuk. Wie met de magiër speelt kan eerst zijn laatste gebouw bouwen en dan zijn eigen 0 kaarten ruilen met die 5 kaarten van een medespeler. enz..
Ik kan dus gerust zeggen dat het spel mij helemaal opslorpt en dat het een must is voor elke spellenliefhebber. De spelduur kan met 7 spelers wel flink oplopen.