SPELMATERIAAL

Het kleine doosje bevat een aantal kleurrijke kaarten:

• Totemkaarten waarde 1-6, 10 van elke waarde,
• Totemkaarten waarde 8-10, 5 van elke waarde,
• 15 totem-eindes, 10 krijgerkaarten en 10 squawkaarten,
• 1 opperhoofd en 1 totempaal.

SPELBESPREKING

Inleiding

Tijdens de jaarlijkse totempaal wedstrijd, proberen indianen elkaar de loef af te steken. Samen bouwen ze totempalen, maar de bloemen zijn alleen voor degene die er het sluitstuk opzet. Wie loopt met het mooiste boeket naar huis?

Voorbereiding

De 70 totemkaarten worden geschud en elke speler ontvangt er 14. Ook krijgen de spelers 3 eindes, 2 krijgers en 2 squaws.
De overige kaarten worden terug in de doos gelegd.
De totempaal (startspeler) wordt aan de jongste speler gegeven.

Spelverloop

Het spel.

Het spel verloopt over 7 rondes. In het begin van elke ronde kiest elke speler 3 kaarten uit zijn 21 ontvangen kaarten. Deze kaarten worden op handen genomen zodat de andere spelers ze niet kunnen zien. De overige
kaarten legt hij in een gedekte stapel voor zich neer.
De speler die in het bezit is van de startspeler-totempaal begint de ronde en legt een handkaart in het midden van de tafel zodat deze een nieuwe totempaal begint of een bestaande totempaal verhoogt. Daarbij mogen nooit meer dan 3 totempalen op de tafel liggen. (Uitzondering: in een spel met 5 spelers geldt een maximum van 4 totempalen.)
Op deze manier wordt verder gespeeld tot elke speler zijn laatste kaart gespeeld heeft. Daarna start een volgende ronde waarbij de spelers 3 kaarten kiezen uit hun overgebleven kaarten.
Enkele totemkaarten.

Scoren.

Als een speler een totem-einde op een totempaal plaatst, mag hij de volledige totempaal op zijn scorestapel leggen. Op de lege plaats kan nu gestart worden met een nieuwe paal.
Op een krijgerkaart kan enkel en alleen een squawkaart gespeeld worden. De speler die de squawkaart legt, mag de totempaal op zijn scorestapel leggen.
De krijger, het einde, de squaw en het opperhoofd.

De winnaar

Na de 7de ronde tellen de spelers de punten van hun scorestapel. Er wordt om het meest punten gespeeld.
In de variant worden evenveel rondes gespeeld als er spelers zijn. De scores worden genoteerd op een blad papier. De leider ontvangt de opperhoofdkaart.

SPELBEOORDELING

Dit spelletje heeft niet zo veel om het lijf. Het komt er op neer dat je wat moet gokken wat de andere spelers in hun bezit hebben. In het begin onbegonnen werk, naar het einde toe gaat dat wat beter.
Je kan een krijger spelen om een totempaal te beschermen, alhoewel de kans groot is dat anderen met de punten gaan lopen als zij ook een squaw hebben. Zit je als enige met squaws over, dan zullen de anderen wel een krijger op een niemendalletje van een totempaal spelen. Op het juiste moment kiezen voor de punten is de boodschap. Wanneer dat moment aangebroken is, is wat moeilijk te voorspellen. De spelvariant kan bezwaarlijk een variant genoemd worden. Zeker en vast geen topper. Misschien leuk voor de kinderen.