Auteur
|
Martin Wallace |
Uitgever | PS Games |
Aantal spelers | 3 tot 5 |
Spelduur |
60 – 120 minuten
|
Jaar van uitgave | 2006 |
Prijs | 34.40€ |
Recensie door |
Vandenbogaerde Fabrice
|
Score | 8.0/10 |
Links | PS Games Martin Wallace |
SPELMATERIAAL
De speldoos bevat 12 landtegels, 5 sets stadtegels in de spelerkleuren, 5 sets fiches in de spelerkleuren, 5 sets actietegels in de spelerkleuren, 5 tijdperkblokjes, 54 kaarten, 5 samenvattingsborden en 1 startspelerfiche.
SPELBESPREKING
Inleiding
In Tempus beleef je de geschiedenis van de wereld opnieuw. Belangrijke evoluties volgen elkaar op. Profiteren van een idee levert een voorsprong op, maar ideeën verspreiden zich snel en voor je het weet zitten de andere stammen jouw op de hielen.
Voorbereiding
Het spelbord wordt in het midden gelegd en afhankelijk van het aantal spelers worden een aantal landtegels op het spelbord gelegd. Daarbij mogen geen losse eilanden gevormd worden.
Elke speler ontvangt het spelmateriaal in zijn kleur en plaatst een tijdperkblokje op de start van het spelbord.
Daarna plaatst elke speler 3 fiches op het spelbord, deze fiches moeten aan elkaar grenzen. Eventueel mag een stapeltje van 2 fiches gevormd worden.
Tempus spelbord.
Spelverloop
In Tempus worden een aantal tijdperken overlopen. Tijdens een tijdperk volgen verschillende gebeurtenissen elkaar op.
Actietegels nemen.
De plaats waar het tijdperkblokje van een speler staat, bepaalt hoeveel actietegels een speler mag nemen. Elke actietegel staat voor één actie die in de volgende fase uitgevoerd kan worden.
Spelerbord met speluitleg en plaats voor actietegels.
Actietegels inzetten.
Atietegels en steden.
De spelers zetten om beurt één actietegel in. Daarbij hebben ze keuze uit 5 verschillende acties. Dezelfde actie mag meermaals gekozen worden en de volgorde waarin acties worden uitgevoerd is onbelangrijk.
- Verplaatsen: de plaats waar jouw tijdperkblokje staat bepaalt hoeveel fiches je mag verplaatsen en hoever je die fiches mag verplaatsen. Fiches mogen niet op steden geplaats worden. Fiches kunnen ook over een meer en naar het einde van het spel toe over de zee verplaatsen, daarvoor moeten wel alle beweginspunten ingeleverd worden.
- Kweken: de plaats waar jouw tijdperkblokje staat bepaalt hoeveel baby’s je in één keer kan krijgen. Baby’s worden alleen geboren op grasvelden waar zich al een eigen fiche bevindt.
Een landtegel met verschillende landschapstypes.
- Aanvallen: in een actie mag één aanval op een aangrenzend vak uitgevoerd worden. De gevechtswaarde van beide kampen wordt bepaald aan de hand van het aantal fiches die op de vakken staan. Deze waarde kan nog verhoogd worden door het spelen van kaarten waarvan het landschapstype overeenkomt met dat van de verdedigende speler. De aanvaller moet eerst beslissen hoeveel kaarten hij wil spelen en legt deze gedekt op tafel. Daarna doet de verdediger hetzelfde. Als een stad wordt aangevallen kiest de verdediger het landschapstype, bovendien heeft een stad een gevechtswaarde die gelijk is aan het getal op de stadstegel.
Als de verdediger verliest, dan moet hij alle fiches of zijn stadstegel van het aangevallen vak verwijderen, de aanvaller neemt dit vak in. Als de aanvaller verliest verwijdert hij één fiche. - Ideeën: de plaats van jouw tijdperkblokje bepaalt hoeveel kaarten je mag trekken en hoeveel je er op handen mag houden. Deze kaarten hebben naast een landschapsachtergrond ook een speciaal effect dat je kunt gebruiken.
- Bouwen: verwijder al jouw fiches van een vak en vervang ze door een stad waarvan het getal in het midden overeenkomt met het aantal verwijderde fiches. Steden mogen niet op berglandschappen gebouwd worden en mogen nooit aan elkaar grenzen.
De kaarten: kunnen ingezet worden voor het landschap op de achtergrond en/of voor de actie.
Evolutie.
Als alle spelers hun actietegels hebben ingezet, wordt bepaald wie vooruitgang boekt. Eerst worden alle tijdperkblokjes op gelijke hoogte gezet. Elke stad levert één punt op, elk fiche op een vak en elke kaart met hetzelfde landschapstype als op de vooruitgangstabel levert 1 punt op. Sommige kaarten leveren nog extra punten op. De speler(s) met de meeste punten zet zijn tijdperkblokje 1 vak naar beneden en profiteert als eerste van de nieuwe ontwikkelingen.
Hierna wordt de startspelerfiche doorgegeven.
Het evolutiespoor op het spelbord: hoe verder naar beneden, hoe beter de mogelijkheden. Van links naar rechts: aantal fiches die verplaatst mogen worden, hoeveel vakken de fiches verplaatst mogen worden, aantal babys, stapellimiet, al dan niet over zee bewegen, hoeveel kaarten je mag trekken en op handen houden, hoeveel acties je mag uitvoeren.
De winnaar
Het spel eindigt als tenminste één speler het vak vliegen heeft bereikt. Elk vak zonder bergen waar je fiches bezit levert 1 punt op. Elke stad levert evenveel punten op als zijn waarde en als je het vak vliegen hebt bereikt, ontvang je 3 extra punten. Om het meest punten behalen, is natuurlijk de boodschap.
SPELBEOORDELING
Tempus is, hoewel het ingewikkeld lijkt, een vrij snel aan te leren spelletje. Het duurt ongeveer 3 ronden voor je de acties en hun mogelijkheden naar waarde kunt schatten. Bovendien is het spel meestal spannend tot op het einde omdat ook de achterkomers mee – evolueren. Tempus bevat een aardige mix van plannen, kiezen, aanvallen, bewegen en blokkeren. Zorg er wel voor dat je het doel van het spel niet uit het oog verliest: steden bouwen en grasvlaktes bezetten. Een aangenaam spel dat niet de aandacht krijgt dat het verdient.
Maart 2008