De Eerste Wereldoorlog – Review

Auteur Ted Raicer
Uitgever Phalanx Games
Aantal spelers 2 tot 4
Spelduur 90 minuten
Jaar van uitgave 2005
Prijs 44.95€
Recensie door Vandenbogaerde Fabrice
Score 3.6/10
Links Phalanx Games
Ted Raicer

SPELMATERIAAL

Het spelbord, 96 legers, 46 stedenfiches, 30 strijdfiches, 1 speelbeurt- en 1 speelrondefiche, 4 scorefiches, 8 beurtvolgordefiches, 4 overgavefiches, 1 verdrag-van-Brest-Litovsk-fiche en 2 speciale dobbelstenen zitten in een onhandig ingedeelde doos. (De indeling van de speldoos is dezelfde als de speldoos van Maharadja, maar het spelmateriaal lijkt in de verste verte niet op dat van Maharadja.)

SPELBESPREKING

Inleiding

Tijdens De Eerste Wereldoorlog ontstonden in Europa verschillende fronten. Aan deze fronten werd vaak gevochten op leven en dood. De spelers voeren het bevel over verschillende eenheden en beleven deze zwarte vlek uit onze geschiedenis opnieuw.

Voorbereiding

Elke speler ontvangt een aantal legers waarmee hij het spel mag starten. De andere legers worden gesorteerd op nummer en komen later in het spel.
De strijdfiches worden verdeeld over twee buidels. Eén buidel voor de Centrale machthebbers en één buidel voor de Geallieerden.
Het speelrondefiche wordt op het speelrondespoor gelegd.
Het overige spelmateriaal wordt naast het spelbord klaargelegd.

Spelverloop

Het spelbord is onderverdeeld in drie oorlogsgebieden. Elk oorlogsgebied is onderverdeeld in fronten. In het totaal zijn er 9 fronten die zelf uit basiskampen, overwinningssteden, vervangingscentra of een combinatie van deze drie bestaan. In het begin zetten de spelers hun legers op het spelbord. Daarbij moeten ze wel goed opletten of hun leger in deze fronten mag opereren. (Deze informatie staat ook op het spelbord vermeld.) Daarna start het eigenlijke spel.

Acties.

  • De Duitse macht begint de actieronde, gevolgd door West, Oost en Duits Geallieerde macht.
  • Om beurt mogen de machten één actie uitvoeren totdat elke macht 4 acties heeft uitgevoerd.
  • De acties zijn vechten, verplaatsen, strategisch verplaatsen of passen.
    • Een macht mag aan elk front aanvallen waar hij legers heeft. De aanvaller kiest een aantal legers en legt deze open. De verdediger moet al zijn legers opendraaien. Dummy’s worden meteen verwijderd. Beide spelers mogen nu eventueel een strijdfiche inzetten. Daarna duiden de spelers een hoofdleger aan. Deze eenheid bepaalt de kracht van het volledige leger. Daarna dobbelen de spelers. Het gegooide aantal ogen wordt bij de kracht van het leger geteld. Als een speler een meerderheid heeft in het aantal legers dat aan het gevecht deelneemt, mag hij één punt aan die kracht toevoegen. De speler met de meeste kracht wint. De verliezer moet zijn hoofdeenheid verwijderen. Bij gelijkstand moeten beide spelers hun hoofdeenheid verwijderen. Strijdfiches verhogen of verlagen de totale kracht van een leger.
    • Een speler mag één of meerdere legers verplaatsen van één front naar een of meer aangrenzende fronten waar deze legers mogen opereren.
    • Een speler mag één of twee legers van één front naar gelijk welk ander front waar deze legers mogen opereren verplaatsen.

Steden veroveren.

  • Na de acties worden alle legers open gedraaid. Heeft een macht alleenheerschappij over een front, dan mag deze macht een overwinningsstad innemen. (Dit wordt aan de hand van stedenfiches aangeduid.) Zijn alle overwinningssteden reeds ingenomen, dan ontvangt de verliezende macht een overgavepunt.
  • Bij het winnen van een gevecht, mag de aanvaller eveneens een overwinningsstad innemen.
  • Elke macht start het spel met een aantal overwinningssteden. Als zij een gevecht verliezen wordt deze dus door de vijand ingenomen. Winnen zij later in hetzelfde front een gevecht, dan mogen zij de eerst verloren stad terug innemen.

Vervangingen.

  • De ronde eindigt met het opstellen van vervangingen. Voor elk eigen vervangingscentrum dat nog in het bezit is van een macht, mag deze macht één gesneuveld leger terug in het spel brengen.
  • Het veroveren van vreemde vervangingscentra levert dus geen extra vervanging op.

Opstelling en versterking.

  • Alle openliggende legers worden terug dichtgedraaid aan het begin van een nieuwe ronde. Daarna mogen de versterkingen opgesteld worden. (Alle legers met het nummer van de huidige ronde komen in het spel en gelden als versterkingen)
  • Vanaf speelbeurt 2 moet elke macht aan bepaalde fronten legers bezitten.
  • Dummy-legers, dit zijn legers zonder kracht, mogen overal ingezet worden. Fronten gelden echter niet als bezet als zich daar alleen dummy-legers bevinden. Tijdens deze fase mogen ook alle gesneuvelde dummy’s ingezet worden.
  • Opstellen gebeurt volgens een vaste volgorde: Duits Geallieerden, Oost, West en tenslotte Duits.
  • Spelbord met de 4 machten

 

De winnaar

  • Indien een macht alle overwinningssteden in 6 fronten controleert, eindigt het spel onmiddellijk en wint die macht het spel.
  • Is het spel niet afgelopen, dan moet elke macht die een overgavepunt geïncasseerd heeft, dobbelen. Is de worp gelijk of lager dan het aantal overgavepunten, dan verliest deze macht direct het spel.
  • Is het spel nog niet afgelopen dan wordt een volgende ronde gespeeld. Er worden maximum 6 rondes gespeeld. Is er na deze ronde nog geen winnaar, dan wordt de score van de machten bepaald. Elke macht start het spel met 6 punten. Verliezen zij een overwinningsstad, dan verliezen ze ook een punt. Winnen zij een overwinningsstad, dan winnen ze ook een punt. Aan de hand van deze punten wordt dan de winnaar bepaald.

 

SPELBEOORDELING

De Eerste Wereldoorlog is een spel dat ik misschien ooit wel nog eens zal spelen als ik gevraagd wordt mee te spelen met een groepje waar een speler ontbreekt, maar zelf voorstellen het te spelen zal ik zeker en vast niet doen. Alleen tijdens het lezen van de spelregels heb ik een klein beetje voeling met het onderwerp en het spel. Daarna verliest het spel de greep op mijn fantasie.
Het spel klaarzetten neemt nogal wat tijd in beslag, het spelen zelf verloopt over het algemeen vlot. Jammergenoeg kan je als speler reeds in de eerste ronde verliezen door een ongelukkige speling van het lot. Voor een spel van dit kaliber is dat eigenlijk een (te) groot minpunt.
Tijdens het opstellen van legers moet rekening gehouden worden met de fronten. Legers mogen slechts aan bepaalde fronten opereren en sommige legers mogen pas vanaf de 3de of de 4de ronde aangevallen worden. Het spreekt in het voordeel van de auteur dat hij de Eerste Wereldoorlog zo getrouw mogelijk wil nabootsen, maar het voortdurend letten op de lettertjes bij een front en op de legers werkt naar mijn mening meer storend dan goed.
De dummy-legers kunnen in de beginfase van de strijd nog enigszins voor een verrassing zorgen, maar na een tijdje bezorgt het opstellen (en het onthouden van de plaats) van die legers mij meer ergernis dan goed is.
Ook de krachtverhouding tussen de verschillende legers is verre van evenwichtig. Het Duitse leger is zonder twijfel het sterkste. De Duits geallieerde macht is van in het begin een vogel voor de kat.
Vervolgens is ook het mechanisme voor het afwikkelen van een gevecht naar mijn mening teveel aan geluk gekoppeld.
Op het internet heb ik ook voorstanders van dit spel gevonden, maar ikzelf kan mij moeilijk vinden in wat zij als positief ervaren. Dit, samen met de onhandige verpakking en de verwarrende speluitleg, zorgt voor de lage quotering.

Januari 2007

About Fabrice

Oprichter van Spellenclub13.be en heeft heel wat recensies en reviews op zijn naam staan.

View all posts by Fabrice →

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *