SPELMATERIAAL

De speldoos bevat 6 pionnen, 22 wijkkaarten, 25 kanskaarten, 6 samenvattingen, 1 huur-ontduiken kaart, voldoende bankbiljetten en gebouwen, 1 automaat en de spelregels in het Nederlands.
Het is even wennen aan de verschillende eenheden van het geld.

SPELBESPREKING

Inleiding

Probeer in 1 of 2 uur tijd zoveel mogelijk geld te verdienen of speel alle tegenstanders bankroet. Koop wijken en bouw huizen, fabrieken, scholen, stadions, stations, pleinen wolkenkrabbers en torens.

Voorbereiding

Het spelbord wordt in het midden van de tafel gelegd. Alle gebouwen en het geld worden naast het spelbord gelegd. De kanskaarten worden geschud en gedekt naast het spelbord gelegd.
Elke speler ontvangt een startkapitaal van 37,8 Miljoen. (37 M, 800 K)
Kies een pion en zet hem op het startvak van het spelbord.

Spelverloop

Monopoly City is gelijk aan Monopoly.

• Gooi 2 dobbelstenen en zet evenveel vakjes vooruit op het spelbord.
• Koop en bebouw grond.
• De gevangenis en de kanskaarten.
  
• Huur vragen als spelers op jouw grond staan.
• Hypotheek als je geld tekort komt.
• Start levert geld (2 miljoen) op.

Monopoly City is niet gelijk aan Monopoly.

• Je kan spelen tot iedereen failliet is of je afspreken om 1 of 2 uur te spelen.
• In jouw beurt moet je eerst dobbelen, daarna handel je volgens de plaats waar je terecht gekomen bent. Vervolgens mag je bouwen op de wijken die je bezit.
• Het spelbord is verdeeld in wijken. Op een wijk mag je verschillende gebouwen plaatsen. Deze gebouwen bestaan uit 1, 2, 3, of 4 blokken. Je mag tot 8 blokken bouwen op één wijk. Bonusgebouwen, stadions en torens mogen altijd in een wijk gebouwd worden.
  
• Als je op een vrije wijk terechtkomt, mag je die kopen of veilen. Als je een wijk veilt, gaat die naar de hoogste bieder. Kom je op een reeds gekochte wijk terecht, dan moet je huur betalen.
  De huur wordt berekend volgens het aantal gebouwde blokken.
  
• Als je wilt bouwen, moet je op de automaat duwen. Die geeft aan hoeveel blokken je in jouw beurt mag bouwen. De kostprijs per blok staat op de wijkkaarten. Woonblokken zijn goedkoop maar zijn waardeloos in een wijk met milieuvervuilers. Industrieblokken zijn duur maar worden niet beïnvloed door milieuvervuilers.
  
• Als de automaat een station aangeeft, mag je gratis een station op een wijk naar keuze bouwen. Als je eindigt op een wijk met een station, dan mag je direct naar een andere wijk met een station reizen.
• Als je op het vak bouwvergunning staat, moet je een bonusgebouw of een milieuvervuiler in een wijk naar keuze plaatsen. Een milieuvervuiler zorgt ervoor dat de gebouwen in een wijk niks meer opleveren. Bonusgebouwen beschermen tegen milieuvervuilers. Je kan milieuvervuilers uit jouw wijk verwijderen door 500.000 per blok te betalen.
• Zodra je 2 wijken van dezelfde kleur hebt, mag je een stadion bouwen. Een stadion verhoogt jouw inkomen als je langs start passeert met 1 miljoen.
• Als je alle wijken in één kleur bezit, mag je een wolkenkrabber bouwen. Deze verdubbelt de huurprijs.
• Als je alle wijken van twee kleuren bezit, mag je de monopoly toren bouwen. Deze verdubbelt de huurprijs van al jouw wijken.

De winnaar

De speler met het meeste geld wint. Je kan ook afspreken om 1 uur te spelen. De speler die na 1 uur het grootste vermogen bezit, triomfeert.

SPELBEOORDELING

Monopoly is voor heel wat liefhebbers van het betere gezelschapsspel een doos in de kast die alleen maar stof verzamelt. Monopoly duurt te lang, heeft een torenhoge geluksfactor, een saai spelmechanisme en afgezien van de pionnen een saai uiterlijk. Monopoly City is een tegemoetkoming aan die nieuwe eisen. De spelduur is een stuk korter, de geluksfactor is een stuk(je) kleiner, de inkleding van het spel heel wat moderner en er zijn wat tactische mogelijkheden.
Toch blijf ik vinden dat Monopoly City niet kan tippen aan de nieuwe generatie gezelschapsspellen. De geluksfactor blijft te hoog, de automaat vind ik wat overbodig en het blijft Monopoly natuurlijk. Als je al geen liefhebber van Monopoly bent, dan denk ik dat je ook Monopoly City best niet op jouw verlanglijstje zet. Het omgekeerde is ook waar.